Van Proef naar Praktijk

BrabantZorg – BrabantWonen – GGZ Oost Brabant – Ons Welzijn – Unik – Pantein – GGD Hart voor Brabant – Gemeente Oss – Sport Expertise Centrum – Jij! Advies & Coaching – CZ – VGZ 

13 juni 2019, Verlengde Noordkade in Veghel
Als ervaren bezoeker weet je wat je kunt verwachten op een belanghoudersdag. Een krachtige en uitdagende ‘keynote speaker’ die de boel opschudt, daarna in werkgroepen interactief aan de slag. Vervolgens collectief de oogst van de dag ophalen en dan aan de borrel. Heeft dat zin? Nou en of! De Belanghoudersdag van 13 juni 2019 – met deze keer liefst twaalf organisaties als gastheer – is van begin tot eind een waardevolle belevenis. Een stap verder in de ontwikkeling van een echte gezondheidsregio, waar steeds meer mensen en partijen aan meedoen. En daar gaat het in de basis om. Meedoen.

Het enthousiasme dat dagvoorzitter Jord Neuteboom de afgelopen jaren in Proeftuin Ruwaard heeft gestoken, brengt hij vanaf de aftrap moeiteloos over op de bezoekers. Daarbij wordt hij natuurlijk gesteund door prachtige resultaten uit de wijk. Vooral die enorme groei van welbevinden bij de bewoners – van een 3,5 naar een 8,3 – is bijna onwaarschijnlijk. En omdat die stijging gepaard gaat met een daling van de maatschappelijke kosten, zijn we benieuwd naar de woorden van Marian Kaljouw, voorzitter Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Ziet zij kansen om verder te bouwen op dit succes? Gaat ze ons daarbij helpen?

Ongezond gezellig
Kaljouw trapt af met een paar cijfers, die het optimisme meteen wat temperen. De totale Nederlandse zorgkosten bedroegen in 1953 nog 40 miljoen gulden. Bij ongewijzigd beleid kosten ‘we’ in 2040 met zijn allen 174 miljard euro. Duizelingwekkend. “Onze kinderen en kleinkinderen betalen dan ongeveer de helft van hun inkomen aan zorg.” 

We krijgen de RIVM-berekeningen te zien voor 2030. Ons land telt dan 8 miljoen volwassenen met één of meerdere chronische aandoeningen, 1,5 miljoen 65-plussers met functioneringsproblemen, 2,5 miljoen volwassenen met psychosociale problemen; 2 miljoen volwassenen met psychische aandoeningen en een half miljoen jeugdigen met één of meerdere chronische aandoeningen. “Hoe dan ook heeft de helft van de bevolking over tien jaar één of meer van bovenstaande problemen”, legt Kaljouw uit. Is het in Oost-Brabant anders dan in de rest van het land? Nauwelijks. We hebben in deze regio wat meer 65-plussers met een lage sociaaleconomische status en we zijn relatief nét wat minder gezond. Gemiddeld tellen we ook meer mensen met een hoog cholesterol. Gegrinnik in de zaal. Marian Kaljouw kopt hem keurig in: “We hebben onderzocht hoe dat komt. Ik heb de sheets niet bij me, maar jullie zijn significant gezelliger dan de rest van Nederland.”

Wat te doen?
Goed. We hebben een enorme opgave aan te pakken. Wat gaan we dan doen? Kaljouw: “Overal in Nederland denken we daar hetzelfde over: we moeten eerst vooral proberen te voorkomen dat het zover komt. Lukt dat niet, dán zoveel mogelijk inzet van de wijk, het netwerk. Ten derde moet basiszorg in de buurt zijn en ten vierde willen we voor complexe zorg best een eind rijden, dus deze zorg moeten we meer concentreren.” Vervolgens vertelt Kaljouw dat er 23 profielen zijn ontwikkeld, uiteenlopend van mensen die niets mankeren, tot mensen die ongeveer elke mogelijke aandoening hebben. “Voor al die profielen willen we nu het percentage bepalen dat zij nodig hebben aan voorzorg, gemeenschapszorg, basiszorg en complexe zorg. Waarbij de duidelijke conclusie is: alle ballen op preventie en zo dicht mogelijk rondom de burger gerorganiseerd, dus in de wijk. Marian Kaljouw windt er geen doekjes om: “Momenteel proberen we de kosten met elkaar terug te dringen door zorgakkoorden af te sluiten. Zo krijgen we de juiste zorg niet op de juiste plaats. Dat lukt alleen met burgerinitiatieven zoals in Oss. Waarbij het ook belangrijk is dat die niet allemaal hetzelfde hoeven te zijn.”

Bekostiging
Hoe financieren we dat? Kaljouw: “We willen graag die beweging maken naar voorkomen van zorg  en naar zorg die zo dicht mogelijk rondom de burger is georganiseerd. We denken daarom na over zorgarrangementen, dwars door de schotten heen. Dat vraagt ook om multidisciplinaire samenwerking. We willen pas zorg aanbieden als die nodig en van toegevoegde waarde is. Dus ook durven géén zorg te verlenen als die niets bijdraagt. Dat alles in nauw overleg met de burger, de patiënt, de bewoner. Laten we elkaar omarmen. Tot slot: dereguleren als het kan, alleen reguleren als het moet. Ook wij moeten veranderen.” Daarmee is de NZa gelukkig al begonnen. Onder andere door mee te doen met een breed initiatief in Amsterdam Noord. Maar ook in Oost-Groningen, Flevoland, Nijmegen, Den Haag/Zoetermeer, Ameland en Zeeland. Marian Kaljouw besluit: “Mensen staan op om het te gaan doen, maar ze weten niet goed hoe. Hier in Proeftuin Ruwaard gebeurt het al en zien we dat het werkt.”

Themacaroussel
Als iets werkt, wil je het verder brengen. Hoe zorgen we ervoor de grondgedachte achter dit mooie initiatief zijn weg vindt naar andere wijken en kernen, om te beginnen in Oost-Brabant? Aan het werk. De aanwezigen gaan uiteen in vijf groepen, die elk een ruimte in het voormalige CHV-gebouw opzoeken. Elke groep krijgt twee of drie aanjagers mee: bestuurders van de organiserende partijen. Met elkaar storten ze zich een uur lang op de thema’s Burgerparticipatie, Preventie, Anders organiseren, Ontschotte financiering en Regionalisering. 

En waar overal al snel de hersens kraken of aan de hand van stevige stellingen discussies worden gevoerd, valt vooral de groep Preventie op. Die moet namelijk écht aan de bak. De deelnemers ondergaan een fit-test, compleet met BMI-meting. Een mooie eyeopener. Want die thema’s, die gaan natuurlijk ook over onszelf! We moeten allemaal meedoen.

Bekijk hier de video van de dag!

Vangst
Weer terug bij elkaar, in de grote zaal, is het tijd om de vangst te bekijken. Hebben we iets gevonden, dat we hiervoor nog niet hadden? Iets ontdekt wat we nog niet wisten? De bestuurders betreden het podium. 

- Burgerparticipatie 
Harrie Windmüller (BrabantWonen) en Mirjam van der Smissen (Ons Welzijn) vertellen over ‘Burgerparticipatie’, maar hebben het zelf liever over ‘Meedoen’. De eerste oplossingsrichting uit hun groep is de inzet van ervaringsdeskundigen. Harrie Windmüller: “Mensen die deelgenoot zijn van hun eigen oplossing ervaren zélf dat het werkt en kunnen die ervaring doorgeven. Zo kan de wijk verder bouwen op hun vertrouwen. In het rijtje “wat wil ik, wat kan ik en wat heb ik nodig”, verdient de vraag wat kan jij voor jezelf of voor een ander betekenen  extra aandacht. Want mensen hebben vaak niet alleen moeite om hulp te vragen, er is ook vaak sprake van aanbodverlegenheid.”  Hier zal echt meer aandacht aan moeten worden besteed. 

Mirjam van der Smissen vult aan: “Verder komt uit de groep de tip om aan te blijven sluiten. Want hoezeer we ook geloven in deze manier van anders werken, we moeten heel goed beseffen dat elke wijk, kern en gemeente weer anders is. En we moeten ook vertrouwen op de bewoners van een wijk, ze er ook zelf uit láten komen. Ik citeer een bewoner: ‘Bestuurders moeten ook leren hun bek te houden.”

- Preventie
U las het hierboven al: Janneke de Schutter (Unik), Dorenda van Asseldonk (GGD) en Marc Ghering (SEC) gingen zeer praktisch met de themagroep ‘Preventie’ aan de slag. En ontdekten daar dat veel mensen gewoon minder willen zitten. Janneke Schutter: “Mensen willen aan de slag, zichzelf in beweging zetten. En tegelijkertijd ook graag ánderen in beweging zetten. En dat kunnen we ook. Net zoals we ook kunnen signaleren als het in onze omgeving minder goed gaat bij iemand. Wat we nodig hebben: geld, lef en samenwerking.” Marc Gering voegt toe: “Belangrijkste oproep vanuit deze groep was: laten we het gewoon doen! En ja, we hebben enorm veel plezier gehad samen.” 

- Anders organiseren 
Simon Franssen (Gemeente Oss), aanjager van de themagroep ‘Anders organiseren’, zocht met zijn deelnemers naar oplossingen die de ziel van Proeftuin Ruwaard bewaren, zonder dat er een compleet (nieuw) handboek en nieuwe instituten ontstaan. Hij zag twee opvallende denkrichtingen. Simon Franssen: “Eén was een vrij radicale systeemverandering. Daarin heeft iedereen een basisinkomen en vormen wijkbewoners en aanbieders een ‘wijkontwikkelmachine’, waar het volledige wijkbudget en de volledige zeggenschap naartoe gaat. De andere denkrichting ging over de nieuwe rol van de maatschappelijke organisaties. Die moeten zich volledig ten dienste stellen van de methodiek die we hier hebben ingezet. Maar hoe je dat ook aanpakt, houd eraan vast dat de leefwereld en de eigen regie van de bewoner centraal blijven staan.”

- Ontschotte financiering 
Voor Felicia Brandsma (BrabantZorg) en Fred Pijls (GGZ Oost Brabant) was de grote vraag bij de themagroep ‘Ontschotte financiering’: hoe we komen van zorgfinanciering naar gezondheidsfinanciering? Felicia Brandsma: “Dan denken we aan een integraal wijkbudget, waarmee je je automatisch richt op preventie. In dat verhaal spelen scholen en kinderopvang een grote rol. Verder benutten we de talenten van bewoners nog onvoldoende. Elk mens moet een voor hem of haar betekenisvolle dag kunnen hebben. We moeten met elkaar in gesprek over een ander soort rendement, over de waarde van welbevinden en de kwaliteit van leven. Maar hoe financier je dat? De basis daarvoor is vertrouwen.” Fred Pijls vult aan: “En je organiseert het niet door organisaties te vertellen dat ze zichzelf op moeten heffen. Dan hangt iedereen meteen in de gordijnen. Sluit aan bij de initiatieven in de wijk en zorg dat je iedereen stimuleert daaraan mee te doen, in welke vorm dan ook. Laat vervolgens voortdurend het rendement zien van de nieuwe samenwerkwijze tussen de organisaties. Laat vakmensen van andere vakmensen leren in de nieuwe samenwerkwijze – en blijf dat doen. En als dan we straks alles wat er gebeurt in al die buurten en gemeenten op het juiste moment met elkaar verbinden, dan ontstaat er een megabeweging.” 

- Regionalisering
Wilma de Jong (BrabantZorg) sluit af met de resultaten die zij en Pauline Terwijn (Pantein) boekten met de themagroep ‘Regionalisering’. Wilma de Jong: “Het belangrijkst is de visie; het geloof in gezondheidsbevordering en de principes van positieve gezondheid. Doel van onze inspanningen moet zijn ‘vitale inwoners’. Het is bijzonder vreemd dat wij in onze samenleving alle discussies rond gezondheidszorg neerleggen bij partijen die juist met ziekte bezig zijn. We moeten die dialoog veel breder voeren, met veel meer mensen en partijen die zich op gezondheid richten.” Wie is dan in ‘the lead’? Niemand. Of liever: iedereen. “Zie je een kans om iets aan gezondheidsbevordering te doen, ga dat dan gewoon doen. En denk daarbij niet te groot. Focus op wijken en buurten.” Randvoorwaarden zijn volgens deze themagroep elkaar kennen, vertrouwen en vast blijven houden. “Dat is ook alleen op regionale schaal echt te doen. Verder moeten we het lef hebben om ruimte te nemen én ruimte te bieden. Ons niet af laten leiden door de systemen. Systemen komen altijd pas na de verandering. Die tijd die het duurt tot iedereen het licht heeft gezien, moeten we samen door zien te komen. En wij geloven erin dat we dat met elkaar kunnen.”

Slot
Hard gewerkt, de borrel lonkt. Jord Neuteboom “Misschien hebben we vandaag nog wel meer vragen opgeroepen, dan we antwoorden kregen. Maar ik proef bij iedereen hier de intentie om écht die gezondheidsregio te gaan realiseren. En de toezegging van de NZa om ons daarbij te helpen, voelt als een grote steun in de rug!”